Vanaf een afstandje zie ik hem al zitten. Daar bovenop die lantaarnpaal. Ik ben bijna m’n pauzerondje rond. Hij heeft iets in zijn snavel. Wat dat is kan ik nog niet ontcijferen. Onder hem razen de auto’s af en aan. Ze gaan rechtdoor of slaan af naar het benzinestation. Daar waar de benzine inmiddels ook al dichtbij de twee euro per liter komt.
Nu ik vlakbij de kraai ben zie ik dat hij een eikel in zijn snavel heeft. Even verderop springt het stoplicht weer op groen en naderen weer een paar auto’s. Op het moment dat de tweede auto vlakbij de lantaarnpaal is waar de kraai op zit laat deze de eikel los. ‘Van onderen!’ hoor je hem haast denken. Helaas rijkt de lantaarnpaal niet ver genoeg over de weg, want ondanks dat de kraai op het puntje van de paal zit mist de eikel zijn doel. Hij valt naast de auto in de berm.
Ik lach de kraai toe. Hij heeft zijn doel niet geraakt, maar ik kan lachen om deze creatieve vogel.