Zeven jaar geleden kreeg ik van een collega de vraag of ik een goed thuis had voor twee katten. Tuurlijk had ik wel plek voor twee katten. Ze hadden beide prachtige Friese namen, maar bij hun verhuizing de grens over ben ik ze Sjors en Sjimmie gaan noemen. Sjors de kater en Sjimmie de poes. Sjors was altijd de makkelijke van de twee. Hij vond alles best en mocht graag genieten van het mooie weer in de zomer. Een beetje een bourgondiër. Soms mocht hij ook wel naar de bovenverdieping en ging hij lekker uitgebreid liggen maffen op bed, maar niet nadat hij eerst eigenhandig het dekseltje van het doucheputje had gehengeld. Het water daaruit smaakte hem toch het beste. Rare snuiter. Overal waar zon was was Sjors: in het gras, op de bank, op de salontafel, in de vensterbank, op het tv meubel of gewoon op de vloer van de woonkamer. Ook al lag hij dan midden in het pad. In de tuin, liggend in de hangmat, heb ik me vaak een hoedje geschrokken, omdat Sjors er graag bij wilde liggen en dus ook gewoon in de hangmat sprong als ik even lag weg te dutten. Bedankt voor alle liefde en knuffels Sjors.
Dag vriendje, maatje, zonaanbidder, goedzak en knuffelkont. Ik zal je missen…